De narcis is een bolbloem die je kunt herkennen aan de meestal gele trompetvorm. Zie je narcissen in bloei? Dat is het teken dat het lente wordt! Van eind februari tot mei kan je genieten van deze bloemen. En narcissen verwilderen en komen ieder jaar terug. Je hoeft de bloembollen na het uitbloeien dus niet uit de grond te halen.
De narcis is er niet in alle kleuren van de regenboog. De stamkleuren zijn geel en wit. Hierin bevinden zich natuurlijk talloze variaties. Van narcissen met een gele bloem met witte kern, tot een oranje bloem met rode kern. Narcissen bestaan uit 6 bloembladen met een trompetvormige kroon op een dunne groene steel. De bloem hangt iets en de groene bladeren zijn lang en smal. Er zijn narcissen van wel 60 cm maar ook kleinere zoals de tete a tete van slechts 30 cm.
Narcissen komen oorspronkelijk van verschillende plekken. Zo komt bijvoorbeeld et soort tazette uit Gibraltar en de jonquille uit Spanje. Ook zijn er soorten die uit Frankrijk of Turkije komen. Carolus Clusius verzamelde de verschillende soorten en heeft de narcis op de kaart gezet.
De narcissenbollen die jij tegenwoordig in de tuin plant komen gewoon uit Nederland. Er zijn vele narcissentelers in de bollenstreek, Noord-Holland maar ook in de Flevopolder. Maar het Verenigd Koninkrijk is leider qua productie, hierna volgt Nederland pas. Vanaf 1835 zijn ze in het Verenigd Koninkrijk gestart met het telen van narcissen. In Nederland was dit pas in de 19e eeuw.
Narcissen zijn giftig doordat ze lycorine, een giftige stof bevatten. De bol moet je niet eten. Maar pas ook op met het sap van narcissen. Was goed je handen als je een steeltje plukt. Want zit er nog sap aan je handen, dan kan het ook in de mond komen. Ook kan het sap huidirritatie veroorzaken. Maar het heeft ook voordelen. Heb jij namelijk last van vraat aan bijvoorbeeld sneeuwklokjes door knaagdieren? Plant er dan een cirkel van narcissen omheen en ze blijven uit de buurt.
21/10/2021